max arian

Midden Oosten

‘Je bent nu niet direct populair als vredesactivist!’

Gesprek met Mohammed Omer en David Willner van Combatants for Peace

Mohammed Omer (43) is Palestijn en woont in Hebron. David Willner (30) is Israeli en woont in Zuid-Israel. Ze hebben allebei met geweld te maken gehad en ze hebben ook zelf geweld gebruikt, David als Israelisch soldaat, Mohammed als Palestijns verzetsstrijder. In februari waren ze een paar dagen in Antwerpen en Amsterdam om te laten zien dat je als Palestijnen en Israeli’s kan en ook moet samenwerken. Twee Combatants for Peace, twee oud-strijders met een en dezelfde missie: vrede.

Max Arian      maart 2010

‘Toen ik drie jaar was’, vertelt Mohammed Omer, ‘dat was in 1969, arresteerden ze mijn vader, omdat hij lid was van Fatach. Hij heeft zeven jaar gevangen gezeten en al die tijd hebben we hem in de gevangenis bezocht. Ons huis in Hebron werd gesloopt. Ik was nog maar een kind, maar het maakte op mij grote indruk en toen ik aan de universiteit van Hebron studeerde en de Eerste Intifada uitbrak in 1987 vond ik dat ik het werk van mijn vader moest voortzetten en sloot ik me aan bij het verzet. Ik heb twee jaar gevangen gezeten en toen bezocht mijn vader mij in dezelfde gevangenis waar hij ook had gezeten. Ik wil niet dat ik straks mijn kinderen ook weer in die gevangenis moet opzoeken. Daarom ben ik lid geworden van Combatants for Peace.’

Combatants for peace

David Willner is een stuk jonger dan Mohammed, maar hij kent Hebron ook, want hij was er als dienstplichtig soldaat in het bezettingsleger actief. . David woont in Zuid-Israel, vlak bij Sderot. Als er vanuit Gaza raketten worden afgeschoten op Sderot hoort hij ze voorbijzoeven en inslaan. Daarom vindt hij het logisch dat Israel een leger heeft en zichzelf verdedigt. Hoewel hij al op de middelbare school een vredesactivist was, heeft hij ook trouw van 1998 tot 2001 zijn driejarige dienstplicht vervuld, nog wel in een gevechtseenheid. Maar toen was het ook genoeg. Hij wilde niet meer als soldaat naar de bezette gebieden worden gestuurd. Hij wist op medische gronden te worden afgekeurd voor reservedienst. Voortaan zou hij alleen naar de Palestijnse gebieden gaan als hij werd uitgenodigd en samen met de Palestijnen actie voerde tegen de bezetting. In 2007 zag hij een advertentie van Combatants for Peace en sloot zich daarbij aan.

 

Gezamenlijke herdenking
David Willner: ‘In Israel worden elk jaar in mei de soldaten herdacht die zijn gesneuveld in de vele oorlogen die Israel in zijn korte geschiedenis al heeft gevoerd. Nu zag ik een advertentie voor een gezamenlijke herdenking in Tel Aviv, van Palestijnse en Israelische gesneuvelden. Daar ben ik toen naar toe gegaan en ik was heel erg onder de indruk van de positieve sfeer die daar ondanks alle droefheid heerste.’

Mohammed Omer: ‘Wij kregen eerst geen toestemming daar vanuit de bezette gebieden naar toe te gaan. Later is dat beter geworden. Maar erg droevig is het vaak wel. Van een van de Palestijnse initiatiefnemers van Combatants for Peace werd door de Israelische soldaten een dochtertje doodgeschoten. Een meisje van tien. Zij was op weg naar school. Een onschuldig kind. Toch is hij doorgegaan met het werken voor de vrede. Dat is heel moedig van hem, maar we moeten wel, we kunnen zo niet doorgaan met elkaar ellende te bezorgen.’

David Willner: ‘Die spiraal van geweld moet worden doorbroken. Het gaat niet alleen om geweld van Israelische kant. Want het is een vicieuze cirkel. Ik woon vlak bij Sderot. Ik kan de raketten horen die vanuit Gaza worden afgeschoten. Tijdens de Gaza-oorlog waren dat honderden. Dat geweld van Palestijnse kant maakt de Israeli’s bang en daardoor steunen ze weer het geweld dat tegen de Palestijnen wordt gebruikt en denken ze dat we door moeten gaan met de bezetting om ons zelf te beschermen.’

Met z’n tweeën naar scholen

Mohammed Omer: ‘ Samen met mijn Palestijnse vrienden die ik ken uit de gevangenis hoorden we over Israelische soldaten die dienst weigerden tijdens de Tweede Intifada. We zijn toen op onderzoek uitgegaan wie dat waren, we zijn met hen in gesprek gekomen en we besloten samen te gaan werken. Daar is in 2006 Combatants for Peace uit voortgekomen. Meestal treden we twee aan twee op, zoals David en ik nu, een Israelische ex-soldaat en een Palestijnse ex-strijder. We gaan naar scholen en andere bijeenkomsten en we vertellen elk ons eigen verhaal. We laten zien dat het kan, dat Israeli’s en Palestijnen kunnen samenwerken. Iedereen is daar verbaasd over. Er is ook vaak weerstand, we worden van beide kanten uitgemaakt voor verraders die tegen hun eigen volk zijn. Maar dat is niet zo, we willen dat zowel het Israelische volk als het Palestijnse volk in vrede, in veiligheid en in rust kan leven.’

David Willner: ‘In onze regio maak je je als vredesactivist niet erg populair. In Israel begrijpen ze niet dat we niet tegen Israel zijn, maar het beste willen voor beide volkeren. Daarom kunnen Europa en Amerika ons helpen. Niet door een boycot van Israel. Dat is alleen maar negatief, het heeft tot gevolg dat de Israelische bevolking op een hoop wordt gedreven en dat ze zeggen: “Zie je wel, de hele wereld is tegen ons.” Het is beter als er positieve steun komt uit het buitenland voor de vredesbeweging en als er op een positieve manier druk wordt uitgeoefend op politici van beide kanten.’

Mohammed Omer: ‘De situatie in Israel en in Palestina is niet zo gemakkelijk. Maar wij houden ons niet met de politiek en de politici bezig. Wij richten ons tot de gewone mensen. Die zijn moe van alle lijden en alle geweld. Onze boodschap is dat er verandering nodig is en dat het op een vreedzame manier moet gebeuren. Als er een einde komt aan de bezetting kunnen we op een vreedzame manier naast en met elkaar leven. We hopen dat men ons daar vanuit de hele wereld bij helpt. Het is moeilijk, maar het is niet onmogelijk, we blijven optimistisch. Wij willen het goede voorbeeld geven. Als ex-strijders zeggen wij: stop! Het is nu genoeg geweest. Wij hebben onze wapens weggeworpen en zijn gaan praten, we hebben laten zien dat we elkaar kunnen begrijpen en met elkaar samen kunnen werken.’

Heksenjacht

David Willner: ‘Het is zeker moeilijk. Omdat het conflict al zoveel jaren doorgaat, is er zoveel haat en angst gecreëerd aan beide kanten. Maar ik denk dat de meeste Israeli’s echt vrede willen. Niemand wil de hele tijd in angst en oorlog leven. Maar ze vinden dat ze zich moeten verdedigen. Voor de Palestijnen geldt hetzelfde. Ze zeggen dat ze de Israeli’s niet haten, maar ze moeten zich toch verdedigen tegen de bezetting! Zolang de mensen zo blijven denken blijft alles hetzelfde. Daarom hebben we nu ook zo’n rechtse regering in Israel. Hoe lang er het doorgaat hoe meer de mensen zich verharden.
Er is in Israel nu een ware heksenjacht tegen de vredesbeweging aan de gang, maar wij hebben niet zoveel last van de rechtse regering. We zijn relatief maar een kleine beweging, zo’n 600 actieve leden, en het liefste doet de Israelische regering alsof we er helemaal niet zijn. Soms kan dat niet, want we gaan ook naar Oost-Jeruzalem om met de Palestijnen die daar uit hun huizen worden gezet te demonstreren. De politie probeert ons daar steeds verder van weg te duwen. Er zijn botsingen en ze proberen je duidelijk te breken.’

Mohammed Omer: ‘We proberen gezamenlijk actie te voeren, maar op een geweldloze manier. Soms openen we Israelische wegversperringen en worden we gearresteerd, Palestijnen en Israeli’s. Ze pakken de Israelische activisten zelfs harden aan, want die jonge soldaten kunnen helemaal niet begrijpen dat ex-soldaten samen met de Palestijnen verzet plegen.’

Derde Intifada

De Brug

David Willner: ‘Mijn vader vervulde zijn reservedienst tijdens de Eerste Intifada. Hij kwam thuis met vreselijke verhalen. Over grote rotsblokken die naar ze werden gegooid.’

Mohammed Omer: ‘Volgens mij was de Eerste Intifada tamelijk geweldloos. Er werden wel stenen gegooid, maar de Tweede Intifada was veel bloediger.’

David Willner: ‘We hebben het wel eens over een Derde Intifada. We hopen dat die echt een geweldloze intifada zal zijn, van Israeli’s en Palestijnen die gezamenlijk naar hun regeringen toegaan en zeggen: Genoeg is genoeg. Wij willen nu dat er een einde komt aan het conflict!”

Meer informatie: www.combatantsforpeace.org
U kunt een bijdrage voor hun werk storten op bankrekening 6181625 van SIVMO, Amsterdam, onder vermelding van: Combatants for peace. Het hele bedrag dat u stort wordt naar hen overgemaakt.